De dood in de trein

Christa, hier komen!
Het is de eerste keer vandaag dat Jos haar roept, maar het klinkt al ongedurig.

Christa, je vader is dood!
Ze loopt naar de kamer en daar zit haar vader, half onderuit op de bank en de glazige blik in zijn ogen maakt duidelijk dat hij niet meer leeft.
Godverdomme, twee weken geleden al je moeder.
Ze legt professioneel haar hand op het hoofd van het lijk, dat daardoor iets verder wegzakt in de kussens. Ze schrikt even van de beweging, maar zegt dan dat hij gelijk heeft.
Dat kost dus weer een kist.
Ik weet het.
Sinds een paar jaar is de subsidie op doodskisten gestopt. De vernietiging van lijken is gratis, maar ze moeten kaal worden aangeboden. Kaal betekent zonder milieubelastende kist of ander vervuilend omhulsel. Dat houdt meestal in dat de lijken naakt, gewassen met water van de tweede categorie, worden afgeleverd in een speciale papieren zak. Die is bij de staatswinkels af te halen na overlegging van de doodverklaring, maar is niet erg sterk en scheurt meestal bij het transport. Er steekt daardoor vaak een arm of been uit. Sommige mensen nemen de papieren zak apart mee en stoppen het lijk er vlak voor de laatste overgave er in.
Wie de uitvaart naar het centrum toch met een kist wil, moet die zelf kopen en na afloop weer mee terugnemen. Voor flink wat extra geld kun je de kist ook achterlaten. Dat is zelfs verplicht als er gevaar is voor de volksgezondheid.
Dat was bij Christa’s moeder het geval. Ze was wel doodgemeld, maar bij de oorzaak stond ‘onbekend’. Dan moet alles waar het lijk buiten het huis contact mee heeft gehad, worden ontsmet of vernietigd. Het ontsmetten van de kist is duurder dan het vernietigen.
Doen we het toch zonder een kist, zoals de meeste mensen.
Nee, we hebben beloofd het net zo te doen als vroeger. En dat is met een kist.
We deden dat voor je moeder omdat je vader er bij was, maar…
Jos maakt zijn zin niet af, maar kijkt vragend zijn partner aan.
Christa aarzelt, maar schudt dan resoluut haar hoofd.
Jos zucht en stapt over naar het volgende onderwerp.
We moeten het melden en de oorzaak vast laten leggen. Anders moeten we ook nog voor de vernietiging van de kist betalen.
Melden kunnen we wel, maar voor een onderzoek moeten we betalen.
Jos herhaalt zijn vloek met tussen elke lettergreep een kleine pauze.
Christa kijkt hem aan en somt op, terwijl ze op haar vingers telt:
Als je een dode hebt, moet je dat melden; je mag de oorzaak laten onderzoeken, maar dat moet je zelf betalen; je moet het lijk laten transporteren (ze legt grote nadruk op het woordje láten), want je mag dat niet zelf doen. En dat kost dus ook wat.
Ze haalt even adem en laat haar vingers los.
Maar het vernietigen is natuurlijk gratis.
Ze gaan bij vader op de bank zitten. Bijna liefdevol legt Christa het weggezakte hoofd recht en probeert de ogen te sluiten. Dat lukt niet goed. Een oog blijft half open.
Ze wonen in een ruime eengezinswoning van zeker twee eeuwen oud. Toen het gebouwd werd, was de verwarming nog primitief. Warm water door ijzeren buizen met platte ribben verwarmde de lucht direct er omheen. Ze hadden, net als de vorige bewoners, de buizen en de uitsteeksels vanwege de curiositeit laten zitten. De moleculaire verwarming doet zijn werk toch wel.
We hebben alleen geld voor het transport en niet voor de kist.
Een dode is een suspect, antwoordt Christa.

 Frans Collignon