De kleine en frêle dame schuift haar stoel achteruit en gaat staan. Omdat ze een beetje wankel is, steunt ze op de stoelleuning. Ze is aan gene zijde van de 70 al zal ze dat zelf stellig ontkennen. De man aan de andere kant van de kleine tafel komt ook overeind en pakt met één hand een sierlijke lange mantel van de kapstok achter hem. Hij loopt naar de dame en helpt met het geduld dat jarenlange geliefden voor elkaar hebben haar in haar jas. De twee hebben net een uitgebreide lunch gehad met in ieder geval oesters. De lege schelpen liggen keurig op elkaar gestapeld op de bodem van een zilveren etagère. Er is wat te vieren geweest, want naast de koelemmer waarin een lege fles witte wijn dobbert, staat een half flesje champagne. Ook op.
Het restaurant is in het centrum van Vichy gelegen en het is bijna half drie. De lunchtijd is haast voorbij en de zaak loopt langzaam leeg. Het is zomer en het zijn vrijwel allemaal Fransen die er eten. Het restaurant heeft geen buitenterras.
Klik voor de Franstalige versie van dit verhaal hier. |
Alleen voor de rokers staan twee stoelen, een tafel en een asbak op het trottoir aan de straatkant. Voor Fransen is eten een serieuze zaak en ze doen dat bij voorkeur binnen. De buitenlanders zoeken liever de terrassen in het Parc des Sources bij de opera en het casino op. Ze mogen, als ze een dejeuner willen gebruiken, daar niet te laat komen. Na half twee zegt een norse ober dat er alleen nog salades besteld kunnen worden. Hij schat bijna altijd goed in als het gasten zijn, die hem niet begrijpen. Met zijn rechterhand heeft hij dan al geroutineerd het menu opengeslagen en wijst met zijn linkerhand de vier salades aan. Hij is, net als zijn collega in het restaurant zonder terras, in het zwart gekleed. Het pak is een beetje sleets, maar het geeft hem wel het cachet dat hoort bij de oude stad Vichy. Het park van oude, dikke platanen en kastanjes is omringd door een overdekte galerij van ijzeren zuilen. Op de korte zijden zijn de ingangen van een paar van de bronnen, waar Vichy zo beroemd om is. Deze stad aan de Allier is met recht mondain te noemen, en heeft de grandeur van 100 jaar geleden nog behouden. Wie, ook in de zon, een korte broek draagt met een flodderig T-shirt lijkt underdressed. De gebouwen in Vichy hebben prachtige gevels met sierlijke torentjes, heuse baldakijnen, grote en kleine balkons, en daken in allerlei kleuren. Als je omhoog kijkt, valt je mond vanzelf open.
In het restaurant in het stadscentrum is de frêle dame enigszins onzeker en met kleine pasjes naar de glazen buitendeur gelopen. Ze staat er pal voor en beweegt niet. Haar bejaarde amant is aan het afrekenen bij de bar. Dat kost even tijd omdat in dit restaurant nooit iemand haast heeft. Dan komt hij er aan. Hij moet zich helemaal rekken om met zijn linkerarm de deur open te houden en tegelijkertijd naar achteren te gaan zodat de dame voldoende ruimte heeft om voor hem door de deur te gaan. Het lukt en ze knikt hem genadiglijk toe. Eenmaal buiten lopen beide Vichyssoises gearmd de warme straat in.